We weten van alles de prijs, maar van bijna niks de waarde (part II)

UTS Building - Frank Gehry

De waarde van mijn conferentie in Sydney heeft zijn prijs ruimschoots overtroffen. Niet in de laatste plaats vanwege de enscenering: 150 wetenschappers die samen komen in een pretentieus, nieuw faculteitsgebouw ontworpen door Frank Gehry (http://www.uts.edu.au/partners-and-community/dccw), om te praten over ruimte als sociaal of organisatorisch fenomeen. Met opvallend veel bijdragen over nieuwe en flexibele huisvestingsconcepten op universiteiten. Een garantie voor hartstochtelijk (non) wetenschappelijk debat, waarin empirie, theorie en persoonlijke emoties naadloos in elkaar overliepen! Precies wat deze thematiek zo spannend maakt! En vanzelfsprekend fungeerde de plek van samenkomst, Gehry’s Dr Chau Chak Wing Building, als een dankbaar referentiepunt. Mijn afdronk?

Het is onmiskenbaar een uniek en fascinerend gebouw dat letterlijk een gezicht geeft aan de universiteit en haar faculteit, of je het nu mooi vindt of niet. Alle bewoners die ik sprak waren oprecht trots om in dit gebouw te mogen werken, ongeacht de beperkingen die het met zich meebracht. Beperkingen die maar weer eens duidelijk maakten dat gebouwarchitecten niet per definitie goede interieurarchitecten zijn: de werkomgeving legde ongenadig de gedwongen compromissen bloot tussen ontwerper, bewoners en beslissers, opgelegd door de uitgesproken visie en ideeën van de gebouwarchitect. En mede mogelijk gemaakt door bestuurders die zich in hun onwetendheid lieten meeslepen in de liturgie van de gebouwarchitect. En wat deden de bewoners? Die zuchtten nog eens diep, gingen weer aan het werk en maakten er het beste van. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon, ook in Sydney niet.

De vraag die mij blijft bezig houden: zou het gebouwontwerp er anders uit hebben gezien als het was benaderd als een organisatie(ontwerp)vraag?

Er was één persoon die een antwoord had op mijn vraag: Frank Gehry himself.

source: aasarchitecture.com

We weten van alles de prijs, maar van bijna niks de waarde (part I)

Sydney Harbor Bridge - Floris van Puijenbroek - doorleefd organiseren

Momenteel verblijf ik in Sydney voor een conferentie. Een bezoek aan Harbour Bridge maakte enorm veel indruk op mij. Niet alleen vanwege de indrukwekkende feiten (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sydney_Harbour_Bridge). Nog veel meer door de getoonde durf en moed om 100 jaar geleden te besluiten om een brug te bouwen met 8 rijstroken. Dat terwijl er nog amper auto’s rondreden en niemand kon voorzien dat het autoverkeer zo’n groei zou doormaken. Terwijl de realisatie plaatsvond midden in de crisisjaren en tussen twee wereldoorlogen in die een zware wissel trokken op Australië.  In de bizarre wetenschap dat de brug op zichzelf alleen maar geld kost, vanwege het onophoudelijke onderhoud van het staal en de 6.000.000 verbindingsnagels die de brugdelen bij elkaar houden. Toch is de brug een economisch wonder gebleken: de iconische betekenis voor de stad Sydney, Australië en onze technologische vooruitgang trekt een onophoudelijke stroom van toeristen aan, waardoor het vervangen van de brug een historische fout zou betekenen. De vraag die mij blijft bezig houden: was het een vooruitziende blik of lyrische hoogmoed die de geschiedenis ons nalaat?